De nieuwe EU-betekeningsverordening is van toepassing vanaf 1 juli 2022. De uitvoeringswet van de verordening ligt nog bij de Tweede Kamer. Dit houdt echter niet in dat de bepalingen van de nieuwe betekeningsverordening nog niet gelden, integendeel. Om deze reden wordt hierna ingegaan op de vijf grootste veranderingen die de nieuwe betekeningsverordening met zich brengen.
1. Verlengde termijn om stukken te weigeren
De gerechtelijke stukken die betekend moeten worden, dienen opgesteld te zijn in de officiële taal van de aangezochte lidstaat of in een taal die de geadresseerde begrijpt. Als dit niet het geval is, kunnen de stukken door de geadresseerde worden geweigerd om te aanvaarden. Deze weigering kan onder de nieuwe verordening plaatsvinden op het moment van betekening of binnen twee weken na de betekening door middel van een schriftelijke verklaring tot weigering van de stukken. Voorheen onder de oude verordening was deze termijn één week, maar vanaf nu heeft een geadresseerde dus twee weken de tijd om ná de betekening op de aanvaarding van de stukken terug te komen. Dit betekent in de praktijk dat er twee weken gewacht moet worden voordat het certificaat van betekening kan worden opgestuurd naar de verzendende instantie.
2. Opvragen adresinformatie
Een mogelijkheid die al in werking is getreden, is het opvragen van adresinformatie van een wederpartij in een andere lidstaat. Lidstaten kunnen daarbij kiezen om in het kader van het uitgeven van adresinformatie enerzijds autoriteiten aan te wijzen waarbij een verzoek om adresinformatie kan worden ingediend. Of zij kunnen anderzijds rechtstreeks toegang verlenen tot de bevolkingsregisters of via het e-justitieportaal informatie verstrekken hoe de adressen gevonden kunnen worden. Per lidstaat is dus een keuze gemaakt hoe adresinformatie wordt gedeeld met de verzoeker.
In Nederland is voor de eerste optie gekozen. Gerechtsdeurwaarders ontvangen en verwerken de verzoeken om adresinformatie. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders heeft meegedeeld dat gerechtsdeurwaarders een verzoek om adresinformatie binnen twee werkdagen zullen beantwoorden en hiervoor in beginsel geen extra kosten in rekening zullen brengen tenzij het gaat om een uitvoerige bevraging van meerdere adressen.
3. Digitale kennisgeving en betekening
Voor zover het op grond van het recht van de lidstaat is toegestaan om digitaal te betekenen, kan dit ook onder de EU-betekeningsverordening indien aan een aantal verplichtingen wordt voldaan. Zo is het verplicht dat de stukken verstuurd worden en in ontvangst worden genomen met de gebruikmaking van gekwalificeerde diensten voor elektronische aangetekende bezorging. Daarnaast is verplicht onder de verordening dat de geadresseerde vooraf uitdrukkelijk toestemming moet hebben gegeven om elektronische middelen en een specifiek e-mailadres te willen gebruiken voor de betekening en de ontvangst van de stukken.
4. Hogere vergoeding voor de gerechtsdeurwaarder
Een belangrijke verandering voor de kosten van de betekening, is dat de vergoeding die de Nederlandse gerechtsdeurwaarder voor de betekening mag vragen, verhoogd zal worden van 65 euro naar 125 euro. Dit is noodzakelijk omdat het tarief van 65 euro sinds 2009 niet meer geïndexeerd is. Dit is nog een voorstel in de uitvoeringswet, waardoor het nog geen vaststaand feit is. Het voorstel zal nog aangenomen moeten worden door de Eerste en Tweede Kamer. Omdat het verhoogde tarief meer recht doet aan het werk dat de gerechtsdeurwaarder moet doen om de internationale betekening uit te voeren, lijkt ons dit zeer redelijk.
5. Elektronische uitwisseling van stukken vanaf 2025
Op grond van de verordening moet de uitwisseling van stukken tussen verzendende en ontvangende instanties elektronisch plaatsvinden via het digitale systeem van de Europese Unie. Lidstaten zullen hun eigen nationale IT-systemen opzetten en met elkaar verbinden. Lidstaten dragen hier zelf de kosten voor. In Nederland zullen alle gerechtsdeurwaarders aangesloten zijn op het Nederlandse IT-systeem, zodat zij de stukken digitaal kunnen versturen en ontvangen. Deze verplichtingen gaan in op 14 maart 2025.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Petr Winnubst.